De twee delen van een kasteeldomein worden na jarenlange splitsing terug samengevoegd. Het neoclassicistisch herenhuis aan de toegangspoort wordt gerestaureerd en krijgt een nieuwe woonfunctie onder zijn afgewolfde dak. In de tuin onder een groep eeuwenoude rode beuken worden drie parkvilla’s geschrankt opgesteld rondom de historische zichtas op het kasteel. Hun planvorm ontstaat uit drie kamers geschikt rondom een traphal waar rondomrond terrassen worden gewikkeld. Door de geslepen vorm schrijven ze zich in langs de slingerende paden doorheen de historische parktuin.
Langs de zijde van het Potuitpark worden langs de ommuring woningen gebouwd die met hun kroonlijst en ritmering aanleunen bij de bestaande oranjerie en tegelijk de historische beluiken in herinnering brengen. Het geheel wordt opgevat als cohousingproject en zal een warmtenet aanleggen op basis van geothermie.
In het zuidelijke deel van Gent, op de kop van de Bovenscheldevallei, ligt Eiland Zwijnaarde, ingeklemd tussen de Ringvaart, het Scheldekanaal van Zwijnaarde en een oude Scheldetijarm. De E40, gelegen op een dijklichaam, verdeelt het eiland in twee delen. Het zuidelijke deel wordt ontwikkeld als wetenschapspark voor spin-offbedrijven van de universiteit, gericht op duurzaam onderzoek en ontwikkeling, terwijl het noordelijke deel bestemd is voor watergebonden industriële activiteiten.
Voor Eiland Zwijnaarde Noord ontwikkelde GAFPA, in samenwerking met de Stadsbouwmeester en de Gentse Kwaliteitskamer, een totaalvisie die is verankerd in een ruimtelijk beeldkwaliteitsplan. Dit plan streeft naar eenheid, flexibiliteit en circulariteit, ondanks de diversiteit van de industriële spelers. Het project focust op integrale duurzaamheid, toegang tot wateractiviteiten via de kade, grootschalige zonne-energieproductie, waterhergebruik, circulair materiaalgebruik en ecologie.
Het masterplan wordt concreet uitgewerkt voor het gebied tussen de E40 en de R4, met een invalsweg aan de oostzijde en een aanlegkade aan de westzijde. Het perceel van Heylen Warehouses omvat een grote ‘black box’ voor opslag en transport, met een beeldbepalend dubbel dek langs de R4 uitgevoerd als een monumentale vierendeel ligger rustend op een betonnen zuilengallerij. De site van Verhelst voorziet in een centrum voor verkoop, opslag en verhandeling van bouwmaterialen, een showroom en een toekomstig bouwinnovatiecentrum. Hier domineert de karakteristieke draagarmstelling met een langgerekte luifel van zonnepanelen als kroonlijst over de gehele perimeter.
De site van 87.000m2 wordt opgedeeld in parallelle stroken voor laden, lossen en opslag, gebaseerd op een grid van 6x6m, wat ruimte creëert voor dialoog en synergie tussen de exploitaties. De verschillende stroken, met hun eigen bouwsystemen, dragen bij aan een gezamenlijke identiteit, ondersteund door een beperkt materiaalpalet en kenmerkende architecturale elementen.
Aan de noordzijde resoneert een langgerekte choreografie van vrachtwagens op een dubbel dek met de passage op de weg, het water en de brug. De zuidzijde reflecteert dezelfde veranderlijkheid met een steeds wisselende opslag van bouwmaterialen.
De bouw van een nieuwe houtbouwproductiehal is gepland achter een kantoorgebouw in de hoek van een perceel, aan de rand van een driehoekig industriegebied vlakbij de snelweg. Het beschikbare bouwoppervlak wordt beperkt door de aanwezigheid van een bestaande hoogspanningscabine, waardoor het bouwen van een standaard rechthoekige structuur niet haalbaar is. Om hiermee om te gaan is het ontwerp gecentreerd rond een vierkante ruimte, aangevuld met een reeks aangrenzende zijkamers. Door twee van deze zijkamers weg te laten om ruimte te maken voor de cabine, komt de indeling tegemoet aan de unieke beperkingen van de locatie terwijl de integriteit van de hoofdruimte behouden blijft. De zijkamers die grenzen aan het bestaande kantoorgebouw huisvesten de nieuwe kantoorruimtes, terwijl de overige kamers worden gebruikt als extra opslagruimte. De hoeken zijn ontworpen als luifels om de levering van goederen te vergemakkelijken.
De hoofdstructuur heeft een witgeschilderd stalen geraamte met ronde kolommen. Twee meter hoge houten balken overspannen het plein in één richting. Deze balken definiëren een hoger, terugliggend volume, waardoor natuurlijk licht van twee tegenovergestelde kanten de centrale ruimte binnenvalt. De metalen gevelbekleding is afgeleid van het bestaande kantoorgebouw, maar is nieuw door het verdraaien van horizontale naar verticale geleding. Op de hoeken zijn industrieel hergebruikte betonblokken droog gestapeld zonder mortel, waardoor de hele structuur volledig demonteerbaar en circulair is.
In een knik van het Kanaal Gent-Terneuzen, tegenover een staalgigant, ligt een berg. Dit is het enige punt in het anders vlakke havenlandschap dat uitzicht biedt op de torens van Gent. De Zonneberg, een overblijfsel van een gesaneerd brownfield, is inmiddels uitgegroeid tot een van de grootste zonne-energieparken in de Benelux. Overtollige stroom, die niet op het net kan worden teruggevoerd, wordt er gebruikt voor de productie van waterstof.
Aan de voet van de heuvel komt een natuureducatiecentrum. Dit ambitieuze project, genaamd Fabriek Energiek, richt zich op het betrekken van het grote publiek bij projecten rond hernieuwbare energie in al haar vormen. Daarnaast wordt het bestaande educatieve programma voor scholen verder uitgebreid en versterkt.
Het ontwerp van het centrum, met zijn monumentale hellende groendak, vormt een harmonieus antwoord op de heuvelflank. Het gebouw bestaat uit een langgerekte, geritmeerde houten structuur, afgestemd op de maat van geperste stro-casettes. Het staat op poten en heeft een losse prefab fundering, waardoor het integraal demontabel en herbruikbaar is voor de toekomst. De houten spanten die het skelet vormen, zijn afkomstig van een recent afgebroken loods uit de buurt.
De drietrapsvorm van het plan komt voort uit de zoektocht naar de ideale maatvoering voor de verschillende programma’s. Nutsfuncties, kantoorruimte en klaslokalen hebben elk een bouwdiepte die is afgestemd op hun specifieke gebruik. Elke functie komt uit op een door een royale luifel beschermd platform aan de zuidkant. Aan de geschubde noordzijde is de drietrapsvorm zichtbaar in de gevel. Drie verschillende raamhoogtes, in relatie tot de diepte van het gebouw, brengen noorderlicht binnen langs de plafonds die de dakhelling volgen. Het gebouw zelf is educatief en toont waar het van gemaakt is. De bouwmethode met stro toont zich achter geventileerde glaspanelen ter hoogte van de middenbeuk. Het uniforme gevelritme van glazen deuren maakt geen onderscheid tussen functies en etaleert ter hoogte van de berging welke hernieuwbare technieken worden ingezet.
Het verwaarloosde omliggende landschap wordt herbebost en sluit aan bij de ruige natuur van de Calemansputte. Een nieuwe voetgangersbrug herstelt de verbinding met de aanpalende sociale woonwijk.
Langs het Kanaal Gent-Brugge ligt een langwerpig perceel met uitzicht op de akkers van Beernem. De eengezinswoning is ontworpen als een houten raamwerk met vier traveeën, waarvan twee een centrale dakverdieping bevatten.
Een getrapte steense gevel vat en beschermt de houten constructie aan de voor- en achterzijde. Het drieledige gevelprofiel verleent de structuur een eigen identiteit en weerspiegelt een thematiek uit de omgeving.
Tussen de kopmuren dient een menierode geprofileerde plaat als afwerking van de zijgevels en het dak. De plaatsing van de ramen in de voor- en achtergevel onthult de onderliggende logica van het vierdelige plan.
Het architectuuronderwijs heeft de neiging om professionele praktijken en pedagogische praktijken steeds meer met elkaar te verweven.
Dit leidt tot een overdracht van theoretische onderwerpen en vraagstukken, maar ook tot het op de proef stellen van de instrumenten en protocollen die eigen zijn aan elk domein. De publicaties van het Belgische bureau GAFPA en het Amerikaanse bureau Ultramoderne verkennen deze convergentie. Het eerste bureau verlegt de grenzen van de drukprotocollen, terwijl het tweede streeft naar een onmisbare duidelijkheid in de overdracht.
Voortbordurend op de geabstraheerde, stedelijke archetypes van City Remnants (2023) slaan BRUT Collective en vzw artecetera de handen in elkaar voorArena. Het woord arena stamt af van het Latijnse ‘harena’ of ‘zand’, en verwijst zo – eenmaal bevrijd van competitie – naar een plaats in beweging. Als architecturaal begrensd podium biedt de arena een plek voor dialoog, twijfel en frictie. Een plek waar ideeën en bestaande structuren in vraag worden gesteld, en waar onverwachte ontmoetingen en verbindingen ontstaan.
Arena moedigt reflectie rond maatschappelijke thema’s als verstedelijking, architectuur, erfgoed, verval, nostalgie, verbinding en collectiviteit aan. Verspreid over de drie verdiepingen van de noordelijke Broeltoren onthult Arena haar drie lagen: fundament, object en debat.
G2308 is een wedstrijdontwerp van GAFPA voor een kantoorgebouw in Gent. Het tentoongestelde model is geen architectuurmodel of sculptuur, maar een 1:1 structuur die is samengesteld uit zowel bestaande als op maat gemaakte onderdelen.
Binnen het masterplan van het projectgebied heeft GAFPA een raster van 55 × 55 m aangebracht, waardoor de perimeter van het project als een vierkant wordt gedefinieerd. Het interne plan volgt de historische Deep Structure van het Nine-square grid. Het ontwerp overstijgt het oorspronkelijke programma en is afgestemd op flexibiliteit.
Het model, G2308 Office Building, neemt abstractie van zijn omgeving en van het masterplan waarvoor het is ontworpen. Het wordt gepresenteerd als een ‘type’. Op die manier vertegenwoordigt het niet alleen het potentieel van typologische kruisbestuiving – in dit geval een ruimtelijke hybride tussen een kantoorgebouw en een parkeergarage – maar ook het potentieel van Reuse als ontwerpstrategie.
Het ontwerpteam GAFPA, RE-ST, Kollektif en Suunta is aangesteld om een nieuw masterplan te ontwikkelen voor de zone Schaarbeeklei Oost, een 150 meter brede strook tussen de Schaarbeeklei en het spoor, ten noorden van het viaduct in Vilvoorde. Dit historische industriegebied, met de voormalige Renault-fabriek als meest prominente relict, is aangeduid als een hefboomsite en zal worden getransformeerd tot een dynamische omgeving met diverse stedelijke functies.
Onder begeleiding van Team Vlaams Bouwmeester en in opdracht van de Stad Vilvoorde werkt het ontwerpteam aan een overkoepelende visie die stedenbouw, mobiliteit, landschap, publieke ruimte en architectuur samenbrengt. Het landschap vormt hierbij de drager voor onderzoek naar ontharding, de herinterpretatie van fabrieksrestanten als ‘intelligente ruïnes’, de integratie van gemengde programmatorische functies en het behoud van de iconische waarde van de site.
De herontwikkeling van deze beeldbepalende plek sluit aan bij de bredere stedelijke transitie van de ruimere site naar een aangename woon-, leef- en werkomgeving op menselijke schaal.
Het onderzoeksseminar is het tweede in een reeks van drie seminars gericht op de pedagogie van transformatie in architectuur, stedenbouw en landschap. Deze editie vindt plaats aan de École Nationale Supérieure d’Architecture et du Paysage de Lille op dinsdag 25 maart en woensdag 26 maart 2025.
Het seminar in Lille is gewijd aan het thema Resources. De sessies brengen een verscheidenheid aan bijdragen samen: praktische benaderingen, historisch-theoretische reflecties, pedagogische voorstellen.
Floris De Bruyn presenteert een bijdrage aan de sessie Resources and Techniques getiteld The Structure of Transformation. Dit onderzoek verkent de relatie tussen het analyseren van bestaande structuren en het ontwikkelen van een ontwerpmethode voor duurzame interventies. Het bouwt voort op het werk van GAFPA, wiens benadering gebaseerd is op een typologische interpretatie van de As Found – een strategie die bestaande contexten deconstrueert om transformatiemogelijkheden te onthullen. Het theoretische kader is gebaseerd op de geschriften van Allan Colquhoun en Carlos Martí Aris, die een typologische benadering van ontwerpen voorstaan. Om deze methodologie te illustreren, maakt het onderzoek gebruik van een groeiende atlas van tekeningen die bestaande structuren documenteren, naast pedagogische experimenten in de Primary Structure Studio (KU Leuven, Faculteit Architectuur, Gent), om het potentieel van The Structure of Transformation als een doorlopend onderzoek aan te tonen.
Het seminar is georganiseerd Véronique Patteeuw en Mathieu Berteloot, ENSAPLille
Op uitnodiging van de Faculty of Architecture TU Darmstadt geeft GAFPA een lezing op woensdag 21 mei om 18u. De lezing ‘Observations on Type’ onderzoekt de wisselwerking tussen praktijk, theorie en pedagogie. Daarbij wordt nagegaan hoe een typologische analyse van bestaande structuren kan bijdragen aan een duurzame ontwerpbenadering. Vanuit observaties van typologische principes worden de gepresenteerde projecten geordend volgens de categorieën Typos, Topos en Tectonics.
Op uitnodiging van Bergen Arkitekthøgskole + Bergen arkitektforening geeft GAFPA een lezing op woensdag 4 december om 19u in Kunsthall Bergen.
Architectural Practice is een lezingenreeks waarin voorbeeldpraktijken van over de hele wereld worden uitgenodigd om hun lopende oeuvre te delen.
www.kunsthall.no
Een voormalige schrijnwerkerij wordt aan het zicht onttrokken door een statige herenwoning aan de straatzijde. Op het gelijkvloers is de woning ingedeeld met een oorspronkelijke koetsdoorgang, geflankeerd door een voor- en achterkamer. Achteraan het perceel bevindt zich de schrijnwerkerij, opgebouwd als een centrale ruimte met twee zijbeuken. Het project transformeert het geheel tot een woning met schildersatelier, waarbij zowel het herenhuis als de schrijnwerkerij met minimale ingrepen worden behouden in hun oorspronkelijke karakter.
Op uitnodiging van de Faculty of architecture and design Bratislava geeft GAFPA een lezing op donderdag 21 november om 20u.
De lezing onderzoekt het potentieel van typologische transformatie in architectuur. Aan de hand van een reeks spiegelprojecten wordt geïllustreerd hoe eenzelfde basistype getransformeerd kan worden door strategieën ontleend aan de observatie van de context.
www.singularch.sk
GAFPA is samen met Planrr en n.o.n.k.e.l laureaat voor oproep OAG 2401 van Vlaams Bouwmeester.
Ons team is geselecteerd om de inrichtingsstudie voor het recreatiedomein De Vloed uit te voeren. Het project situeert zich in het valleilandschap van de Grote Laak en brengt diverse ruimtelijke thema’s samen.
To continue
In 1967 krijgt de kunstenaar Richard Serra een grote hoeveelheid industrieel rubber dat overblijft na een faillissement. Om het potentieel te ontdekken van het materiaal stelt Serra een lijst met werkwoorden op; acties die toegepast kunnen worden in relatie tot het materiaal en in relatie tot de plek. To fold, to cut, to twist, to dangle, to…
Door deze eenvoudige handelingen uit te voeren op het materiaal waaraan ze ontleend zijn ontstaat er een serie van werken die zal leiden tot een consistent oeuvre, een eigen syntax.
De opdracht die Serra zich stelde om een strategie te vinden om om te gaan met het materiaal dat voorhanden was is vergelijkbaar met de uitdaging waar architecten vandaag voor staan. Hoe om te gaan met de ‘As found’. Het materiaal waar architecten mee geconfronteerd worden is niet langer enkel de ruwe materie. Het zijn halffabricaten, structuursystemen, hybrides die ontmanteld moeten worden en opnieuw geassembleerd.
De lezing onderzoekt de aanwezigheid van typologische operaties in anonieme structuren. Op basis van het archief opgebouwd in de Primary Structure studio worden anonieme constructies, van historische palazzi tot hedendaagse tankstations, vergeleken met het werk van GAFPA aan de hand van gelijkaardige operaties die er in aanwezig zijn.
In een knik van het Kanaal Gent-Terneuzen, tegenover een staalgigant, ligt een berg. Dit is het enige punt in het anders vlakke havenlandschap dat uitzicht biedt op de torens van Gent. De Zonneberg, een overblijfsel van een gesaneerd brownfield, is inmiddels uitgegroeid tot een van de grootste zonne-energieparken in de Benelux. Overtollige stroom, die niet op het net kan worden teruggevoerd, wordt er gebruikt voor de productie van waterstof.
Aan de voet van de heuvel komt een natuureducatiecentrum. Dit ambitieuze project, genaamd Fabriek Energiek, richt zich op het betrekken van het grote publiek bij projecten rond hernieuwbare energie in al haar vormen. Daarnaast wordt het bestaande educatieve programma voor scholen verder uitgebreid en versterkt.
In het ontwerp voor het Natuureducatiecentrum in Zelzate bood zich onverwacht een kans tot hergebruik aan: gelamelleerde houten balken uit een loods in Kortrijk – op dat moment in afbraak – konden een nieuw leven krijgen. Het ontwerp werd herwerkt en structureel herberekend op basis van de beschikbare balken, hun afmetingen en draagkracht.
Door het ontwerp af te stemmen op wat er op het moment van ontmanteling beschikbaar was, hoefde er geen opslagruimte te worden geregeld en werden de logistieke vertragingen die vaak gepaard gaan met hergebruik voorkomen. De primaire structuur bestaat uit gerecyclede gelamelleerde balken, terwijl de gevel is bekleed met houten cassettes die vroeger werden gebruikt voor het drogen van bakstenen. Deze cassettes worden op hun plaats gehouden door hun originele metalen banden en zijn ongewijzigd en volledig herbruikbaar. Om de impact op het milieu verder te verminderen, staat het hele gebouw op schroefpalen – een lichtgewicht, niet-invasief funderingssysteem dat in de toekomst volledig kan worden verwijderd.
Floris De Bruyn was gastdocent op de 7-daagse interdisciplinaire winterschool waar scenario’s werden ontworpen voor het industriepark Kortrijk-Noord en zijn omgeving. De studenten deden onderzoek naar circulaire ontwerpprincipes en denken mee over circulaire transitiescenario’s gericht op het regenereren van de industriële gebouwde omgeving van Kortrijk-Noord.
Zorgvuldig werken met bestaand materiaal en immateriële hulpbronnen, is de circulaire denkbenadering van de winterschool.
De winterschool zet zich in voor reparatieve en regeneratieve benaderingen en richt zich daarop de kunst van het repareren, hergebruiken en herbestemmen van hulpbronnen in het landschap, de infrastructuur, gebouwen en hun componenten.
Langs het Kanaal Gent-Brugge ligt een langwerpig perceel met uitzicht op de akkers van Beernem. De eengezinswoning is ontworpen als een houten raamwerk met vier traveeën, waarvan twee een centrale dakverdieping bevatten.
Een getrapte steense gevel vat en beschermt de houten constructie aan de voor- en achterzijde. Het drieledige gevelprofiel verleent de structuur een eigen identiteit en weerspiegelt een thematiek uit de omgeving.
Tussen de kopmuren dient een menierode geprofileerde plaat als afwerking van de zijgevels en het dak. De plaatsing van de ramen in de voor- en achtergevel onthult de onderliggende logica van het vierdelige plan.
Van 5 tot 7 september 2023 organiseren het Vlaams Architectuurinstituut en de Universiteit Hasselt het internationale colloquium ‘As Found: Experiments in Preservation’. Het colloquium richt zich tot ontwerpers, onderzoekers en studenten met een focus op concepten en praktijken die ingrijpen in de bestaande gebouwde omgeving, oftewel ‘as found architecture’.
Floris De Bruyn zal deelnemen aan het debat ‘Architectural Experiments III’ gemodereerd door Nadin Augustiniok.
De Stad Gent wil haar logistieke activiteiten centraliseren. Deze omwenteling vraagt een doordachte aanpak die rekening houdt met de noden van vandaag en tegelijk voldoende veerkracht biedt om groei- en krimpvragen op te vangen, om nieuwe invullingen mogelijk te maken en om de evoluerende identiteit van de site te ondersteunen.
Hogeschool PXL is voortdurend in ontwikkeling, met een sterke focus op innovatie en multidisciplinariteit. De nieuwe Business Hub op de campus in Hasselt staat symbool voor deze dynamische transformatie. De Hub wordt de nieuwe toegangspoort tot de campus en brengt onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven samen. Dit initiatief maakt deel uit van het masterplan om de site te transformeren tot een eigentijds Campuspark dat op sociaal, ecologisch en economisch vlak nauw verbonden is met de stad.
De vraag naar een nieuw kantoorgebouw op de Fedustria-site hangt samen met de ontwikkeling van een masterplan voor de ruimere omgeving van The Loop. Voortbouwend op de principes van het overkoepelende onderzoek van ORG ondersteunt het de transformatie van The Loop tot een levendig, multimodaal stadsdistrict. De sleutel ligt in de introductie van een menselijke maat, een verschuiving weg van het dominante ‘brochettemodel’ naar een schaakbordpatroon.
Karl Popper beschrijft in zijn Three World Theory drie verschillende werelden: de fysieke materiële wereld, de subjectieve wereld en de abstracte mentale wereld. De realiteit ontstaat door de interactie tussen deze drie werelden. De architect behoort tot de subjectieve wereld en creëert door middel van abstracte ideeën een ontwerp dat de materiële wereld naar zijn hand zet.
Karl Popper beschrijft in zijn Three World Theory drie verschillende werelden: de fysieke materiële wereld, de subjectieve wereld en de abstracte mentale wereld. De realiteit ontstaat door de interactie tussen deze drie werelden. De architect behoort tot de subjectieve wereld en creëert door middel van abstracte ideeën een ontwerp dat de materiële wereld naar zijn hand zet.
In de tuin van het ‘EDEN’ Hotel creëerden H&dM een luifel, waarbij de vier letters van de naam dienen als slanke dragers voor een vierkant betonnen grid. De letters zijn een gevonden element die door hun uitgerokken typografie een onverwachte unieke vorm geven aan elk van de vier kolommen.
Voor de tentoonstelling Objets trouvés onderzochten we de mogelijkheid om architectuur te verbeelden door middel van gevonden objecten. Het ‘EDEN’ paviljoen fungeert als een idee, snel gematerialiseerd met behulp van vier flesjes lijm en een sporttegel. Het project is niet alleen een eerbetoon aan de architecturale referentie, maar ook aan de transformatieve potentie van objecten die kan ontstaan door de kracht van een idee.
Het GOING PUBLIC programma van de Faculteit Architectuur belicht de actuele debatten in de studio’s, opleidingen en onderzoeksgroepen. Het programma bestaat uit een lezingenreeks die zowel het discours aan de faculteit brengt en – vice versa – interne discussies aan de wereld.
De lezingenreeks is een initiatief van KUL Faculteit Architectuur, campus Sint-Lucas Gent.
De site bevindt zich op een verkeersknooppunt met twee lagen: enerzijds de kruising van autosnelwegen, anderzijds de kruising van de oude Schelde en de Ringvaart. De ontwikkeling van de site maakt deel uit van het masterplan voor Eiland Zwijnaarde Noord opgemaakt door GAFPA.
Hoewel het lege perceel op de TACT site iets anders doet vermoeden kan het geplande StadsAtelier de Ville geen conventionele nieuwbouw zijn. In tegenstelling tot de residentiële ontwikkeling tegenover Tour&Taxis wordt het een tijdelijke ruimtelijke constellatie, bepaald door een concessie op de grond, toegekend voor een periode van 30 jaar. Hierna moet het geheel ontmanteld kunnen worden waarbij de materialen een nieuwe bestemming wacht.
Centraal in de ruimte staat een cirkelvormige staalstructuur. Ze domineert het interieur van de winkelruimte en creëert een centrum in de onevenwichtige opbouw van de plattegrond. Met haar licht conische vorm en blauwe tint herinnert de constructie uit buisprofielen aan een klimrek. Aangekleed met de collectie ontstaan er doorzichten die wisselen door het gebruik. De taal wordt doorgezet in twee lineaire rekken met transparante legschappen langs weerszijden van een diepe nis.
Ingebed tussen kanaal en autostrade ligt een lineair industriegebied. De laatste zone hiervan wordt aangesneden voor ontwikkeling. Het verkavelingsplan is opgemaakt, de loten bepaald. Als residentiële vrijstaande villa’s worden kleinere kmo’s hierin ondergebracht. Elk op zijn terrein.
Het masterplan stelt deze logica in vraag en zoekt een gedeeld antwoord op grotere schaal. Het gaat op zoek naar een identiteit op maat van de plek. De site wordt in drie gedeeld waarbij het centrale gedeelte aansluit op het aanliggende beeldenpark. Dit wordt het groene hart van de nieuwe campus. Eén parkeertoren lost het mobiliteitsvraagstuk op en maakt door middel van een brug de connectie met de twee andere delen. Langs beide zijden wordt de logistiek afgewikkeld op twee decks. Eén grid structureert de site en maakt een deelscenario mogelijk in de toekomst.
Vanuit de figuur van de driehoek ontstaat het idee van een tafel op drie poten. Het tafelblad krijgt de vorm van een ellips. De tekening van deze ellips kan eenvoudig bepaald worden met een plank, drie spijkers en een touw. Een methode ook bekend als de tuinmansellips. Door middel van een houten T-figuur worden de poten verbonden. Een diagonale dwarsbalk, puntsgewijs verbonden met het blad, biedt de nodige stabiliteit. Het tafelblad bestaat uit een houten mdf sandwichplaat waarvan het grid afgesneden wordt door de ellips.
Het blad is afgewerkt met een linoleum toplaag. Onderstel en blad zijn demonteerbaar voor eenvoudig transport. De tafel wordt uitgevoerd in drie variabele combinaties van twee complementaire kleuren. Door zijn materialiteit heeft tafel de kwaliteit van een 1:1 schaalmodel. Een permanent prototype.
Op uitnodiging van Professor Sergio Altomonte geeft GAFPA op 22 maart een lezing aan UCLouvain. De lezing ‘Architecture as Theme’ maakt deel uit van de reeks ‘Daylight Talks’ georganiseerd door VELUX Group.
www.daylightandarchitecture.com
De bouw van een nieuwe houtbouwproductiehal is gepland achter een kantoorgebouw in de hoek van een perceel, aan de rand van een driehoekig industriegebied vlakbij de snelweg. Het beschikbare bouwoppervlak wordt beperkt door de aanwezigheid van een bestaande hoogspanningscabine, waardoor het bouwen van een standaard rechthoekige structuur niet haalbaar is. Om hiermee om te gaan is het ontwerp gecentreerd rond een vierkante ruimte, aangevuld met een reeks aangrenzende zijkamers. Door twee van deze zijkamers weg te laten om ruimte te maken voor de cabine, komt de indeling tegemoet aan de unieke beperkingen van de locatie terwijl de integriteit van de hoofdruimte behouden blijft. De zijkamers die grenzen aan het bestaande kantoorgebouw huisvesten de nieuwe kantoorruimtes, terwijl de overige kamers worden gebruikt als extra opslagruimte. De hoeken zijn ontworpen als luifels om de levering van goederen te vergemakkelijken.
In de nieuwbouw van een houtbouwproductiehal staat circulair bouwen centraal. Alle toegepaste technieken zijn demontabel en ontworpen met het oog op hergebruik. De lichte gevelbekleding in geprofileerde platen en de staalstructuur volgen gangbare circulaire principes.
De grootste uitdaging lag bij de laad- en loszones, waar omwille van de bestendigheid beton nodig was. Om aan deze behoefte te voldoen zonder afbreuk te doen aan de circulaire ambitie, werden industriële stapelblokken hergebruikt – massieve betonelementen die, net als oversized LEGO-stenen, zonder mortel in elkaar passen. Deze aanpak voorkomt afval, maakt toekomstige demontage mogelijk en geeft het gebouw een gedurfd, robuust karakter. Op deze manier wordt hergebruik niet alleen een technische oplossing, maar ook een bepalende esthetische kwaliteit van het project
In het zuidelijke deel van Gent, op de kop van de Bovenscheldevallei, ligt Eiland Zwijnaarde, ingeklemd tussen de Ringvaart, het Scheldekanaal van Zwijnaarde en een oude Scheldetijarm. De E40, gelegen op een dijklichaam, verdeelt het eiland in twee delen. Het zuidelijke deel wordt ontwikkeld als wetenschapspark voor spin-offbedrijven van de universiteit, gericht op duurzaam onderzoek en ontwikkeling, terwijl het noordelijke deel bestemd is voor watergebonden industriële activiteiten.
Voor Eiland Zwijnaarde Noord ontwikkelde GAFPA, in samenwerking met de Stadsbouwmeester en de Gentse Kwaliteitskamer, een totaalvisie die is verankerd in een ruimtelijk beeldkwaliteitsplan. Dit plan streeft naar eenheid, flexibiliteit en circulariteit, ondanks de diversiteit van de industriële spelers. Het project focust op integrale duurzaamheid, toegang tot wateractiviteiten via de kade, grootschalige zonne-energieproductie, waterhergebruik, circulair materiaalgebruik en ecologie.
Op uitnodiging van Colby Vexler, Kate Finning, Andrew Power & Pricilla Heung van de Melbourne School of Design geeft GAFPA op 28 september om 10.30u een lezing met als thema ‘A House and its Ideal Neighbour’
Op een driehoekig perceel in Tisselt, langs de voormalige spoorweg wordt een inbreiding voorzien van een honderdtal woningen. De omgeving kenmerkt zich door een gebrek aan weefsel, typerend voor het Vlaamse verstedelijkte landschap.
Het ontwerp voorziet een serie slanke volumes die zich in de vorm van een dubbele kamstructuur enten op het landschap en zo het zicht erop vrijwaren. Lineair geschakelde woningen worden gespiegeld rond een gemeenschappelijk autovrij woonerf. De breedte van het straatprofiel varieert als gevolg van geknikte volumes die de schuinte van de site in zich opnemen.Twee identieke hogere volumes markeren de publieke ruimte en herbergen de gemeenschapsfuncties van het buurthuis en de crèche. Het bos in de punt wordt bewust ongemoeid gelaten.
Het wedstrijdvoorstel is de vierde fase van het Masterplan Hoge Rielen. Voortbouwend op de intenties van het Masterplan van Secchi Viganò uit 2004 analyseerden we de opdracht vanuit drie lagen: de militaire, educatieve en natuurlijke laag.
De ruimtelijke behoeften van overnachtingsplaatsen wordt beantwoord binnen de bestaande opslagruimtes voor munitie. Deze worden gerenoveerd conform diverse tactieken die hun inspiratie vinden binnen de typologie van militaire infrastructuur. Lichte, reversibele structuren in en rond de bestaande loodsen zorgen voor hedendaags comfort binnen de originele structuur. Landschappelijk zetten we in op robuuste ontwikkelingen die voorsorteren op de klimaatverandering, waaronder heideversterking, het gedeeltelijk dempen van de Rulloop om de grondwatertafel te doen stijgen en op termijn veenvorming te bekomen, en een meanderende figuur aan gemengd bos die maximaal waardevolle bosrand creëert.
De oplossing voor de gestelde ruimtelijke behoeftes werd gevonden in bestaande elementen, waarbij alle ingrepen de schoonheid van wat vandaag al aanwezig is op de site, omarmt.
Op uitnodiging van Paul van Hontem geeft GAFPA een college op 1 juni om 19.30u. Je kan het college bekijken via www.architectuurcentrumnijmegen.nl
Op uitnodiging van Daniel Movilla Vega geeft GAFPA een lezing met als thema ‘Construction Detail’. De lezing gaat door op 29 maart om 13.30u.
Op uitnodiging van Stefan Simion geeft GAFPA een lezing op 18 maart om 13u. Je kan de lezing bekijken via www.mazzocchioo.com
Een regelmatige betonstructuur neemt de volledige diepte in van het geknikte perceel achter een rijwoning. De woning wordt grondig gerenoveerd, de leefruimtes krijgen een plaats op de eerste verdieping. Uit de twee achterste traveeën van het voormalige gelijkvloers magazijn wordt de dakplaat weggeslepen. Afgetopt met een lichte serrestructuur brengt deze ingreep licht in de gelijkvloerse kunstgalerij. Een stalen luifel, nieuwe bevloering in breuksteen, een betonnen zitbank en boom richten het dakterras erboven in. Een lichte spiltrap verbindt beide werelden.
Net buiten de historische stadsomwalling van Amersfoort ligt een voormalig Militair Hospitaal. Het complex ligt, afgesloten van zijn woonomgeving door een gracht, te wachten op een nieuwe functie. Een vergeten eiland temidden van de oprukkende verstedelijking. Verschillende gebouwen staan in militaire rangorde opgesteld, gespiegeld rond een centrale as. Als een krab strekt een centraal hoofdgebouw zijn armen uit en verbindt de afzonderlijke lineaire volumes. Twee later gebouwde H vormige plan typologieën doorbreken de symmetrie. Het gevraagde programma omvat woonzorg, wonen, co-working, fitness, medische zorg, een hotel met cafetaria. Een mix die het eiland moet doen herleven.
Achter een typische rijgevel met garage zit een voormalig magazijn verborgen in een dichtgegroeid stedelijk bouwblok.
Het regelmatige ritme van een betonnen skeletstructuur vult het volledige gelijkvloers van het smalle diepe perceel waar wonen, atelier en buitenruimtes in elkaar doorlopen. Twee volledig weggeslepen traveeën creëren een cesuur tussen de hoofdbouw en de achterbouw. Door ook de laatste travée weg te knippen krijgt de ruimte licht langs grote schuiframen aan beide zijden. Centraal op de vijf traveeën wordt tussen twee opstaande dakbalken een langwerpige opening voorzien. Drie metalen roosters schuiven over elkaar en laten toe het zenitaal licht te filteren. Het systeem, geïnspireerd door het afdekmechanisme van een pakketboot, loopt op wielen en is manueel te bedienen via een ladder in de achterste patio.
De Milaan editie van The State of the Art of Architecture richt zich specifiek op jonge, opkomende architectuurpraktijken. Het startpunt zal een driedaagse conferentie zijn die, vergelijkbaar met de conferentie van Tigerman uit 1977, elke deelnemer uitnodigt om een presentatie te geven van een recent project dat zijn visie en ambitie in architecturale termen belichaamt. De tentoonstelling zal in realtime worden gevormd op basis van de bijdrages – modellen, materiaal, monsters, tekeningen, afbeeldingen – gepresenteerd door elke deelnemer en zal tentoongesteld blijven tot begin april 2020.
GAFPA liet voor deze tentoonstelling een tapijt maken door Les Monseigneurs. Het werk past zich in de breedte van de galerij waardoor de toeschouwer er deel van wordt.
De State of the Art of Architecture is gecureerd door Joseph Grima, hoofdcurator Design Triennale Milano, en Sarah Herda, directeur van de Graham Foundation Chicago.
www.triennale.org
(fotografie: Gianluca Di Ioia)
Een nieuw kantoorcomplex in Waregem fungeert als uitbreiding voor de kantoren van TVH. De opdracht omvat de inrichting van een bezoekerscentrum op het gelijkvloers.
Een raamwerk van aluminium kokerprofielen vormt de taal waarmee de scenografie wordt ingericht. Dit ruimtelijk frame wordt afwisselend ingezet als plint, tafel en meubel. Afgesloten door middel van doorzichtige plexi fungeert ze waar nodig als vitrine waarin zowel de onderdelen als de techniek noodzakelijk voor de opstelling tentoongesteld worden.
Deze primaire vormen begeleiden het parcours en gaan in dialoog met het grid van de betonnen kolommen.
Een voormalig bankkantoor wordt, opnieuw, een woning. Ooit werd het statige huis rudimentair omgevormd tot een onthaal met kantoorruimte met in het hart een betonnen kluis. Gestript tot op de primaire structuur worden de restanten van beide levens zichtbaar gemaakt.
Loodrecht op de richting van het oorspronkelijk drieledige plan van het herenhuis wordt een strokenmodel geprojecteerd. Deze radicaal nieuwe organisatie neemt zowel de kluis als een nieuwe achterbouw, gespannen tussen de perceelsgrenzen, op in haar logica.
Waar noodzakelijk wordt weggeslepen, aangepast of ondersteund. De gemaakte keuzes blijven zichtbaar en voegen zich samen met de vorige. De nieuwe extensie in kruislaags hout zet de taal verder van het aanwezige plankenbeton. Een royale opening in de verdiepingsvloer zorgt voor lichtinval en opent zich via een draaitrap naar de bovenliggende kamers. De massieve kluis krijgt een patio als spiegelbeeld.
In de reconversie van een voormalig bankkantoor in Zwijnaarde vormt hergebruik het uitgangspunt. Door het gebouw tot op zijn primaire structuur te strippen, ontstaat ruimte voor een nieuwe invulling waarin de bestaande elementen een tweede leven krijgen. De oude bankkluis wordt behouden en krijgt een centrale plek in de nieuwe woning.
Een radicaal nieuw strokenmodel afgestemd op de maat van de kluis snijdt dwars door het bestaande driedelige plan en verbindt oud en nieuw, inclusief een achterbouw in kruislaags hout die de logica van het oorspronkelijke plankenbeton voortzet. Waar nodig wordt ingegrepen, maar steeds met respect voor het bestaande: wat gesloopt wordt, laat sporen na; wat behouden blijft, wordt zichtbaar geïntegreerd. Zo ontstaat een gelaagd geheel waarin verschillende tijdslagen samenkomen en hergebruik niet alleen materieel, maar ook narratief wordt ingezet.
Op donderdag 7/11 geeft GAFPA een lezing voor de Noorse Architectenvereniging.
De lezing gaat door om 19u in Josefines gate 34
De laatste bewoonster van het domein Le Paige schenkt haar kasteel en het omliggende park aan de Stad Herentals op voorwaarde dat de naburige vervallen noodkerk wordt vervangen door een nieuwe kerk. De aangewezen plek ligt langs de Noordelijke toegangspoort pal op de oude Vesten.
Op de historisch beladen plek worden binnen de perimeter van een vierkant drie ruimtes opgetrokken uit gerecupereerde baksteen. De door de tijd uitgewiste verdedigingsheuvel wordt plaatselijk gereconstrueerd in de vorm van een aarden berg rondom de drie volumes. Afgesneden door het vierkant vormt de berg de natuurlijke bekisting voor een gewelf. De context biedt de materialen voor de ingreep. De aarde voor de heuvel is afkomstig van de uitdieping van de gracht. De bestaande kerk wordt gerecycleerd als granulaat voor het cyclopisch beton waarmee de bekisting wordt aangevuld tot aan de bovenzijde.
In het project voor de kerk in Herentals speelt hergebruik een dubbele rol: zowel materieel als typologisch. Bakstenen van de gesloopte oude kerk krijgen een nieuw leven en verankeren het ontwerp in de tastbare herinnering aan wat verloren ging.
Maar ook het idee van de grot—een typologie uit historische kasteelparken—wordt herontdekt als een plek van bezinning en beschutting. De grot wordt herverbeeld als een gereconstrueerde heuvel, gevormd uit ter plaatse uitgegraven aarde, die een gewelfde ruimte omsluit met drie bakstenen volumes: de kapel, het doopkapelletje en de sacristie. Dit gelaagde hergebruik van zowel materiaal als betekenis verankert de nieuwe kerk in haar context en creëert een tijdloze, contemplatieve ruimte.
De Lübecksite heeft een atypische vorm, ingebed in de bestaande kadasterstructuur. In het noorden wordt de site geconfronteerd met een ondoorwaadbare spoorweginfrastructuur, gecamoufleerd in een groene berm. Aan de zuidzijde vormt de Afrikalaan een aaneenschakeling van ‘baanwinkels’. Er is een beperkte toegankelijkheid langs de randen van de site en minimale visibiliteit.
Stad Gent kiest bewust om hier hun diensten te huisvesten in een nieuwe, maar toch erg vertrouwde omgeving. ‘Sociale innovatie’ vertrekt van het versterken van sociale relaties, waarbij de verknoping en verwevenheid tussen mensen centraal staat. Deze dienen als grondslag en als hefboom voor de opwaardering van de leefomgeving.
Op dinsdag 20/11 geeft GAFPA een lezing om 18.30u aan EPFL Lausanne.
Een smalle rijwoning op een diep kavel in de stad wordt gestript en heringericht tot woning met atelier. Elke ingreep blijft leesbaar. Het betonskelet blijft behouden en wordt chirurgisch aangepast met metselwerk, houten balken en staalkolommen en multiplex binnenwanden. De nieuwe traphal wordt ontsloten door een betonnen sculptuur van kunstenaar Bram Vanderbeke.
Achteraan transformeert de bakstenen schuur tot atelier. Het zadeldak wordt schuin afgeslepen, de gevels versterkt met een gele staalconstructie die verwijst naar tijdelijke schoringen. Tussen de kopgevels wordt een houten volume gespannen dat de schuine daklijn volgt en voorzien wordt van een luifel. Het atelier kijkt uit over het binnengebied. Daaronder ontstaat een overdekte buitenruimte die aansluit op een ommuurde tuin.
Op uitnodiging van curatoren Jantje Engels en Marius Grootveld neemt GAFPA op 12 september samen met Stephan Bates, Anne Julchen Bernhardt, An Fonteyne en Paul Vermeulen deel aan een debat ik het kader van de groepstentoonstelling ‘Alternative Histories’
Op uitnodiging van The Architecture Foundation, Drawing Matter en Veldwerk deed GAFPA een bijdrage aan het tentoonstellingsproject ‘Alternative History’. Het project vertrekt van een ingebeelde alternatieve toekomst voor een ontwerptekening uit het verleden, en resulteert in de vorm van een nieuw model.
‘GAFPA: ON SUPERSTUDIO’S CONTINUOUS MONUMENT, 1969’ wordt tentoongesteld van 23 maart tot 14 april in Londen.
Houtbouwbedrijf Lab15 krijgt een nieuwe werkplek. Een industriebouw van houten afschotliggers op een betonnen kolomstructuur wordt tegen de zijperceelsgrens aan geschoven, gevat in een U-vormige brandmuur uit geprefabriceerde betonpanelen. De inplanting, het licht hellend profiel van de dakspanten en een ranke stalen luifel geven het gebouw een eigen oriëntatie, maken van de vrije zijgevel de nieuwe voorgevel. Geprefabriceerde houten gevelcassettes en een royale lichtstraat nemen de schaal van de betonelementen van de brandmuur over.
Het kantoor, als een smalle massiefhoutbouw in de kopse travee ingeschoven, wordt van de productiehal losgetrokken. Centraal in het gebouw ontstaat een overdekt binnenplein. Plaatselijk vervallen de betonkolommen en markeert een houten vierendeelligger de toegang tot het gebouw.
Architectuurprijs Gent 2021, 1e prijs publieksjury
GAFPA wint de Architectuur Prijs Gent 2021 van de publieksjury.
De publieksjury, een groep van 25 Gentenaars met een hart voor architectuur in Gent, bracht drie projecten naar voren die architecturale esthetiek en maatschappelijke meerwaarde samenbrengen. Het Bedrijfsgebouw G1812 voor LAB15 kwam als winnaar uit de bus. Volgens de jury is het project uitzonderlijk door de vooruitstrevende en goed functionerende visie op de werkomgeving, de heldere en poëtische architectuur en de bijzondere aandacht voor duurzaam bouwen.
www.architectuur.gent
‘Architecturebook #4 The Eugeen-Tanja Selection’ is een selectie van Eugeen Liebaut uit het werk van leerlingen in perspectief met het werk van hun docenten, met bijdragen van verschillende auteurs. In Practice ondersteunt het boek door de dubbelblinde peer review van de tekstbijdragen te organiseren en door deel te nemen aan de redactiecommissie.
www.architectureinpractice.eu
Het derde nummer van Practices in Research is een project van de interuniversitaire onderzoeksgroep In Practice, ondersteund door ULiège, KU Leuven en ULB. ‘In Practice’ nodigt praktiserende architecten uit om de vele manieren te verkennen waarop architecten de professionele praktijk kunnen betrekken bij academisch onderzoek en wederzijds. ‘Practices in Research #03 – Explorations&Cartographies’ verbreedt het werk dat in het eerste en tweede nummer is geïnitieerd, waardoor de diversiteitsbenaderingen, onderwerpen en profielen toenemen.
GAFPA doet een bijdrage met ‘PRIMARY STRUCTURES Factories’. Je kan de publicatie downloaden via www.architectureinpractice.eu
Architectuur wordt vandaag geconfronteerd met maatschappelijke omwentelingen die alsmaar moeilijker te negeren zijn. Het woonvraagstuk, kantelende visies op onderwijs, het collectieve verleden, openbare ruimte en nieuwe zorgbehoeften zijn thema’s die met de dag urgenter worden. De aarzelende respons hierop plaatst het (internationale) succes van architectuur uit Vlaanderen en Brussel in perspectief.
Het Architectuurboek Vlaanderen N°15, Allianties met de realiteit verzamelt een rijke selectie recente spraakmakende projecten die een verrassend antwoord bieden op deze uitdagingen. Tien essays en twee fotoreeksen bieden een kritische reflectie en houden het architectuurveld een spiegel voor. Allianties met de realiteit doet een appel aan het maatschappelijk engagement en sociaal ondernemerschap van al wie bijdraagt aan de (on)gebouwde omgeving.
Met essays van Livia de Bethune, Sofie De Caigny, Maarten Desmet, Hülya Ertas, Marleen Goethals, Petrus Kemme, Marc Martens, Mark Pimlott, Martino Tattara en Kiki Verbeeck.
Met beeldessays van Sepideh Farvardin en Miles Fischler.
Op Uitnodiging van curatoren Rodrigo da Costa Lima & Amélia Brandāo Costa toont GAFPA een kortfilm van G1508 op de groepstentoonstelling ‘Building Stories’ in CCB Lisboa.
De tentoonstelling loopt van 10 juli tot 14 oktober.
Op donderdag 19 april geven GAFPA en RAAMWERK een lezing om 20u in deSingel. De lezing maakt deel uit van de tentoonstelling COUSSEE & GORIS architecten – Natura Naturans en is een initiatief van het Vlaams Architectuurinstituut.
De twee delen van een kasteeldomein worden na jarenlange splitsing terug samengevoegd. Het neoclassicistisch herenhuis aan de toegangspoort wordt gerestaureerd en krijgt een nieuwe woonfunctie onder zijn afgewolfde dak. In de tuin onder een groep eeuwenoude rode beuken worden drie parkvilla’s geschrankt opgesteld rondom de historische zichtas op het kasteel. Hun planvorm ontstaat uit drie kamers geschikt rondom een traphal waar rondomrond terrassen worden gewikkeld. Door de geslepen vorm schrijven ze zich in langs de slingerende paden doorheen de historische parktuin.
Het Architectuur Platform Gent maakte op basis van 130 inzendingen een shortlist op van 20 projecten die Gent beter maken. GAFPA werd genomineerd met het woonproject Potuit
GRAM is een meervoudig onderzoekstool dat grafisch onderzoek combineert met architectonische verkenningen. Het portretteert de methoden en processen van architectenbureaus over een lengte van tien e-mails. De uitkomsten zijn zowel theoretisch als praktisch en openen de deuren naar de eindeloze denkprocessen achter de productie van ruimte.
www.qndmc.com
Midden in de velden van Lierde aan de kruising met een spoorweg ligt een hoevewoning. Het open landschap wordt er op regelmatige afstanden gemarkeerd door vierkantshoeves.
De bestaande woning wordt verlengd met twee nieuwe ruimtes. Het volume neemt het gabarit van de bestaande woning over, wordt op lengte gesneden en diagonaal gespiegeld. In de open hoek van de L-vormige plattegrond ontstaat een nieuwe toegang.
De planvorm verwijst naar de logica van de vierkantshoeve waarbij elke uitbreiding groeit rond een afgeschermd binnenplein. De houten dakschilden spannen van puntgevel naar puntgevel, waardoor de ruimtes vrij blijven en zich gevelbreed openen naar de omliggende velden.
De uitbreiding van een landelijke woning in Lierde werd opgevat als een herinterpretatie of ‘hergebruik’ van de bestaande typologie. Het L-vormige grondplan omvat een teruggetrokken ‘open hoek’, waarbij twee identieke zadeldakvolumes in elkaar grijpen en gespiegeld zijn ten opzichte van een 45°-as. Het ontwerp voegt zich naadloos in de omgeving, versterkt door een zilverkleurige bekleding die het beeld oproept van een ontdubbelde schuur—een motief dat doet denken aan de Ends of Barns-reeks van Georgia O’Keeffe.
Binnenin opent het monolithische volume zich tot een aaneengeschakelde, open ruimte. Als een kaartenhuis zijn zowel de wanden als het dak uit hetzelfde materiaal opgebouwd. De solide buitenhoek wordt gecompenseerd door de dematerialisatie van de binnenhoek, mogelijk gemaakt door in elkaar grijpende luifels die functioneren als grote liggers. De zichtbare CLT-structuur toont het bouwproces en legt de constructieve logica bloot.
De typologische strategieën van het project zijn op verschillende schaalniveaus af te lezen. Op stedenbouwkundig niveau verwijst de L-vormige uitbreiding naar het begin van een vierkante schuurvorm, typerend voor de regio. De constructieve logica van de bestaande schuur—dragende buitenmuren en een A-frame—wordt herwerkt tot een schaalstructuur, waarmee het traditionele type wordt getransformeerd. Door de overspanningsrichting te wijzigen en gebruik te maken van de dakluifels, kunnen beide zijden transparant worden uitgevoerd. Geïnspireerd door diverse schuren en hun hoekoplossingen wordt de typologie getypeerd, geabstraheerd en geometrisch geïdealiseerd, waardoor het ontwerp evolueert tot een formele en artistieke verkenning. De schuur wordt gedeconstrueerd tot haar essentiële onderdelen en opnieuw samengesteld in functie van de specifieke context en materiaaleigenschappen, wat resulteert in een hedendaagse herinterpretatie van het type.
De site, gelegen in het centrum van Petegem, is indirect verbonden met de centrale toegangsweg doorheen het dorp. Een centrale zichtas loopt dwars door de site naar de Sint Martinuskerk. De randzone aan het Kastanjeplein fungeert als een lineaire parkeerzone. Grote waardevolle bestaande bomen geven een uitzonderlijk groen karakter aande plek.
Het vertrekpunt voor het ontwerp is de centrale zichtas naar de Sint Martinuskerk. De voetgangersdoorsteek wordt doorgetrokken in het nieuwe masterplan tot aan de overzijde. Om een goede doorwaadbaarheid van de site te garanderen wordt dwars op deze as een nieuwe doorsteek voorzien tussen de Krauwelstraat en het Kastanjeplein. Een elegant langgerekt volume wordt langsheen deze kruisvorm ingeplant. Het volume wordt doorsneden door de circulatieas waardoor een ingekaderd zicht op de Sint Martinuskerk ontstaat. Een ondergeschikt volume met eengezinswoningen maakt de aansluiting met de directe context.
GAFPA wint de architectuurwedstrijd voor de bouw van een woonproject in het centrum van Wortegem-Petegem.
Het hoofdvolume bestaat uit 19 woonentiteiten met overdekte leefterrassen, gericht naar de parktuin van het Kastanjeplein.
Langs de oever van de oude Maasarm wordt een nieuw onthaalgebouw voor het natuurgebied Negenoord opgetrokken. In een langgerekt torenvolume worden een informatiepunt en een tentoonstellingsruimte op elkaar gestapeld, gevat tussen twee massieve betonnen kernen. Slanke TT-vloeren overspannen van kern naar kern een vrij veld van tien meter en laten de voor- en achtergevels transparant.
Rondom het betonnen gebouw wordt een licht staalskelet gebouwd, voorover hellend naar het water en omwikkeld met een kabelgaas. Tussen het gebouw en de tweede huid worden op de koppen twee buitentrappen ingepast, die zich vanop de dijk omhoog slingeren naar een publiek uitkijkpunt op het dak.
Na verloop van tijd zal de staalstructuur overgroeien met klimplanten, het gebouw opgaan in het landschap.
GAFPA wint samen met Madoc de architectuurwedstrijd voor de uitbouw van het Maascentrum De Wissen te Stokkem tot een onthaal- en belevingscentrum.
Op woensdag 13 december geeft GAFPA een lezing om 18.30u aan Kingston School of Art in Londen. In het kader van de lezing is er een interview door Andrew Clancy te beluisteren via de podcast.
Sportcampus Lange Munte, gelegen in Hoog Kortrijk op de grens tussen woon- en landbouwgebied, krijgt een nieuw masterplan. GAFPA werkt een toekomstvisie uit waarin landschap en infrastructuur centraal staan.
Het plan vertrekt vanuit de natuurlijke structuur van het landschap en de agrarische percelering, met aandacht voor het behoud van natte gebieden en het herstel van historische grachten. De dienstcirculatie tijdens grote evenementen wordt gescheiden van de hoofdroute, die exclusief bestemd wordt voor sporters en recreanten. Wandel- en fietspaden uit de ruimere omgeving worden opnieuw verbonden met de site. Het geheel verweeft natuurlijke elementen met ruimte voor diverse sporten en festivals.
GAFPA wint de architectuurwedstrijd voor de uitbreiding van de Sportcampus Lange Munte in Kortrijk.
Het ontwerp voorziet de bouw van kleedruimtes voor buitensporters en gaat de dialoog aan met de bestaande sporthal van bOb Van Reeth.
G1710 is een boek over het werk van GAFPA van de afgelopen 10 jaar.
Het boek bevat bijdragen van kunstenaars Aglaia Konrad en Bert Huyghe, architectuurcriticus Maarten Van Den Driessche, studenten van de Studio PRIMARY STRUCTURE en grafisch ontwerper Arthur Haegeman.
G1710 wordt uitgegeven door APE (Art Paper Editions) en kan online besteld worden
www.artpapereditions.org
Op dinsdag 19/02 om 18u stelt GAFPA G1710 voor in Kunsthal Gent. G1710 is een boek over hun werk van de afgelopen tien jaar.
Het boek bevat bijdragen van kunstenaars Aglaia Konrad en Bert Huyghe, architectuurcriticus Maarten Van Den Driessche, studenten van de Studio PRIMARY STRUCTURE en grafisch ontwerper Arthur Haegeman.
www.kunsthal.gent
www.artpapereditions.org
De voormalige Suikerfabrieksite langs de Moervaart is een belangrijk onderdeel van het Masterplan van Plusoffice voor de bredere omgeving van Moerbeke.
Na een intensief co-creatietraject met de bewoners, is het doel om een levendige mix van lokale bedrijvigheid, diverse woonvormen en middelgrote ondernemingen te realiseren. Het gebied rond Moerbeke kenmerkt zich door een gevarieerd en goed bewaard open landschap, met populierenrijen, veldwegels en afwateringskanalen. Een hoogwaardig kader voor het compacte dorp. De Moervaart fungeert als natuurlijke grens en verhindert verdere verstedelijking.
De herontwikkeling van de Suikerfabrieksite omvat het creëren van een langgerekte parkzone langs de Moervaart, met nieuwe fietspaden langs de recreatieve oevers. Een groene ladderstructuur, loodrecht op de Moervaart, behoudt zichtlijnen vanaf de historische heirbaan en sluit aan op bestaande trage dorpswegen.
De ligging aan de rand van het dorp, met uitzicht op de velden, biedt een unieke kwaliteit. Het project realiseert een eerste cluster van het masterplan bestemd voor gemengd wonen.
Op uitnodiging van Maison de l’Architecture Midi-Pyrénées geeft GAFPA een lezing met als thema ‘Architectures Domestiques’. De lezing vindt plaats in het DRAC Occitanie, Salle des Anciennes Ecuries op dinsdag 13 juni om 19u.
GAFPA is uitgenodigd om samen met PIOVENEFABI, Something Fantastic en Dyvik Kahlen Architects de tweede editie van de international Summer School te begeleiden die dit jaar doorgaat in Brussel van 26 augustus tot 2 september. De focus van deze Summer School ligt op Brusselse kantoorgebouwen en meer specifiek op de herbestemming van het WTC gebouw in de Noordwijk. Inschrijven kan tot 5 juni.
Tijdens REA#2 Summer School 2017 geeft GAFPA een lezing op donderdag 31 augustus om 20.30u in de sokkel van het World Trade Center in Brussel. Aansluitend volgt een discussie in de summer school bar.
De Feestzalen Carlton in het centrum van Aalst maken plaats voor een nieuw stadsinbreidingsproject. Een groen collectief binnengebied weeft zich doorheen het bouwblok en maakt de verbinding tussen het Centrumpark aan de Zonnestraat, het driehoekig pleintje in de Windmolenstraat en de parktuin van de aanpalende Karmelsite.
De pakhuistypologie van de bestaande architectuur wordt als bouwsteen voor het project gebruikt. Slanke hoge volumes onder een zadeldak, ingepast volgens een gedeelde hoofdrichting maar onderling verschoven, geven het project een fijne korrel die aansluit bij het stedelijke weefsel en het industriële verleden van de site. De volumes worden afgesneden door de randen van de site, waardoor project zich aan de verschillende straatzijden verschillend toont: als een opeenvolging van kopse tipgevels aan de Windmolenstraat, als een schuin oplopende langsgevel aan de Zonnestraat.
PRIMARY TALKS is een lezingenreeks die wordt georganiseerd in het kader van de masterclass PRIMARY STRUCTURE. In de loop van maart geven Bert Huyghe, Pepijn Kennis en Aglaia Konrad hun visie op het thema in een open lezing.
De lezingen vinden plaats in Sint-Lucas Gent, Sint-Niklaasstraat 27 en zijn gratis toegankelijk.
PRIMARY TALKS is een lezingenreeks die wordt georganiseerd in het kader van de masterclass PRIMARY STRUCTURE. In de loop van maart en april geven Hannelore Van Dijck, Willem Boel en Klaske Havik hun visie op het thema in een open lezing.
De lezingen vinden plaats in Sint-Lucas Gent en zijn gratis toegankelijk.
PRIMARY TALKS is een lezingenreeks die wordt georganiseerd in het kader van de masterclass PRIMARY STRUCTURE. In de loop van november en januari geven Christoph Fink, Aline Bouvy en Luc Deleu hun visie op het thema in een open lezing.
De lezingen vinden plaats in Kunsthal Gent en zijn gratis toegankelijk.
PRIMARY TALKS is een lezingenreeks die wordt georganiseerd in het kader van de masterclass PRIMARY STRUCTURE. In de loop van februari, maart en april geven Les Monseigneurs, atelier Haegeman Temmerman en Jan Minne hun visie op het thema in een open lezing.
De lezingen vinden plaats in het Sint-Lucas Gent en zijn gratis toegankelijk.
PRIMARY TALKS is een lezingenreeks die wordt georganiseerd in het kader van de masterclass PRIMARY STRUCTURE. In de loop van maart en april geven Manor Grunewald, Michiel De Cleene en UTIL hun visie op het thema in een open lezing.
De lezingen vinden plaats in het World Trade Center in Brussel en zijn gratis toegankelijk.
GAFPA was samen met AFGH, Alberto Veiga, Aristide Antonas, Bast, Job Floris, Johan Celsing, Lütjens Padmanabhan, Marcio Kogan, MAIO, Pedro Bandeira, Ted’A en Tom de Paor te gast op Porto Academy 2017.
De resultaten van de workshop die GAFPA leidde maken deel uit van het ontwerpend onderzoek van de studio PRIMARY STRUCTURE.
www.primarystructure.net
www.portoacademy.info
De sokkelverdieping van een woontoren in Brussel is aan renovatie toe. De kans wordt benut om meteen ook de omliggende publieke ruimte te herdenken.
Een overdekte galerij langs de gladgetrokken gevel materialiseert de rondgang en medieert tussen stad en interieur. Rondom de luifel wordt een doorlopende geperforeerde metaalplaat gewikkeld, als fries en aanknooppunt voor grafische interventies.
Het voorplein, voordien hard afgestopt door een blinde keermuur, wordt opengetrokken naar de straat. Een groen talud met losse traptreden vormt een informele overgang.
Intensieve begroeiing in de randstroken rondom het plein versterkt het publieke karakter van de plek.
GAFPA wint samen met atelier Arthur Haegeman de architectuurwedstrijd voor de verbouwing van de sokkel van een woontoren in de Noordwijk van Brussel.
Naar aanleiding van de tentoonstelling Maatwerk/Massarbeit organiseren het Vlaams Architectuurinstituut, Het Nieuwe Instituut en het Deutsches Architecturmuseum de debattenreeks Frankfurt Dialogen. Nederlandse en Vlaamse architecten gaan met elkaar in gesprek over hun gedeelde opvattingen over vakmanschap, maatwerk en ruimtelijke kwaliteit ondanks de verschillende culturele en historische condities. Floris De Bruyn neemt deel aan ‘Dialoog 1. Grenzeloos Maatwerk’ in Het Nieuwe Instituut Rotterdam op 27 oktober om 20u.
www.hetnieuweinstituut.nl
Op uitnodiging van curatoren Christoph Grafe en Bart Tritsmans van het Vlaams Architectuurinstituut toont GAFPA project G1203 op de groepstentoonstelling ‘Ensembles – Architectuur en ambacht’ in deSingel Internationale Kunstcampus
Op uitnodiging van Jantje Engels en Marius Grootveld toont GAFPA projecten G1211, G1513 en G1609 op de groepstentoonstelling ‘Maatwerk/Massarbeit – Custom Made Architecture from Flanders and the Netherlands’. De tentoonstelling is een productie van het Vlaams Architectuurinstituut.
De Kapel van Onze-Lieve-Vrouw ten Beukenboom in Ninove wordt herbestemd tot woning. Een lichte staalstructuur wordt tegen de oostelijke wand geschoven en maakt de royale ruimte bewoonbaar.
Twee geprofileerde stalen tussenvloeren kragen uit over een portiekstructuur op de middenas van de kapel. Ze worden precies bijgesneden door het halfronde koor, de oude voordeur en een ranke spiltrap die de verschillende verdiepingen verbindt.
Een enkele nieuwe deuropening in het koor breekt het gesloten karakter van de kapel open en kijkt breed uit over de achterliggende velden.
Met de herbestemming van de kapel Onze-Lieve-Vrouw ten Beukenboom werd GAFPA genomineerd in de categorie Sustainability en werd ook erkend met de Publieksprijs Award.
GAFPA en Studio Staal zijn met project G1609 samen laureaat in de categorie residentiële gebouwen voor de staalbouwwedstrijd 2022.
De herbestemming van de oude kapel tot een woning met met aangepaste interne volumevorming wordt door de jury, onder leiding van Stéphane Beel, geprezen als bescheiden en reversibele realisatie. ‘De lichtheid van de stalen structuur vult haar stenen omhulsel aan en vormt een respectvolle hedendaagse aanvulling.’
www.infosteel.be
GAFPA geeft een lezing over recent werk aan de RWTH Aachen University – Faculty of Architecture. De lezing vindt plaats in het Reiff-Museum, Raum 5 op dinsdag 10 mei om 19u.
De brandweerkazerne en het gemeentemagazijn van Brasschaat hebben beide nood aan een uitbreiding. De dubbele architecturale ingreep brengt structuur in hun gedeelde site. De brandweerkazerne wordt uitgebreid met een tweede voertuigenhal en een compact leefniveau bovenop de bestaande hal. De nieuwe laag wordt volledig uit massief kruislaags hout opgebouwd, als een licht maar robuust verdiepingshoog dak.
Voor de nieuwe loodsen wordt het profiel van het reeds bestaande afdak aangehouden en de hoek van het perceel om geplooid; waar de bouwstrook verbreedt wordt het ontdubbeld. Zo ontstaat een verspringing in de dakschil waardoor daglicht tot achterin de loodsen binnenvalt. Eenzelfde metalen golfplaat komt in beide deelprojecten als gevelmateriaal terug – blank voor de loodsen, dieprood voor de brandweerkazerne.
GAFPA wint de architectuurwedstrijd voor de verbouwing en uitbreiding van de brandweerkazerne en loodsen van de gemeente Brasschaat.
In de reeks A-Z lezingen geeft GAFPA een lezing over recent werk aan Universiteit Hasselt. De lezing vindt plaats op Campus Hasselt op dinsdag 16 februari om 20u en wordt voorafgegaan door een debat op Campus Diepenbeek om 13.30u. A-Z lezingen is een initiatief van Architectuurwijzer, Cultuurplatform Design, PXL MAD, UHasselt faculteit Architectuur en Kunst en Z33.
GAFPA geeft een lezing over recent werk aan Universiteit Antwerpen. De lezing wordt georganiseerd door Modulor en gaat door op donderdag 10 december om 19.30u, in aula R.004
Een Gentse rijwoning, twee bouwlagen onder een plat dak, breidt uit in de hoogte. Bovenop de bestaande woning wordt een nieuwe verdieping opgetrokken, een symmetrisch volume onder een flauw hellend dak dat zo min mogelijk licht aan de ondiepe achtertuin ontneemt.
De uitbreiding is samengesteld uit geprefabriceerde massiefhouten platen, waartussen de nieuwe vloer als een lichte houten roostering ophangt. De constructie wordt autonoom bovenop de bestaande woning opgericht. Pas op het einde van de werf wordt de oude traphal doorgezet tot in het nieuwe volume, maakt een lichte stalen trap de verbinding.
De herbestemming van de Gentse Belgacom Toren is net zo goed een stedenbouwkundig als een architecturaal project. Het huidige, kloeke T-vormige blok, met zijn harde gevels en verhoogde plint, zoekt immers geen enkel contact met het omliggende historische stadsweefsel, een wanverhouding die in het nieuwe ontwerp gecorrigeerd wordt.
Het gebaar bestaat erin het hoofdgebouw vrij te maken, en er vier nieuwe ranke volumes op te enten. Een lichte, horizontaal gelede gevel wordt als een mantel om deze nieuwe figuur gewikkeld, gevouwen om precies te kunnen reageren op de context. Terrassen en stadstuinen, opgespannen tussen gebouw en gevel, trekken het stedelijke leven van het voorplein en het omliggende park door tot boven in het gebouw. Een verguisd, anti-stedelijk monoliet wordt zo een nieuw, open en licht, ijkpunt voor Gent.
GAFPA wint samen met Coussée & Goris architecten, Exedra, Studieburo Mouton en groep Omgeving de architectuurwedstrijd voor de ontwikkeling van de Portus Site in Gent. Het project omvat op de concrete herbestemming van het hoofdgebouw, gekend onder de naam ‘Belgacom Toren’, en de stedenbouwkundige ontwikkeling van de rest van de site als masterplan.
Het stedenbouwkundig bureau BUUR uit Leuven stond in voor de organisatie van de architectuurwedstrijd.
Een reeks massief gemetste tongewelven kenmerken de oude stallingen van het Grand Hornu. De tijdelijke houten mal die oorspronkelijk noodzakelijk was voor het maken van deze ruimte vormt het uitgangspunt van de scenografie. Verschillende van deze halfcirkelvormige houten constructies worden doorheen de ruimte liggend opgesteld en introduceren een nieuw parcours.
De mal is opnieuw een tijdelijke constructie en fungeert als pasvorm voor de tentoonstelling.
“Een mossel verbergt een mal en vice-versa. De pijp van Magritte is de mal van de rookpluim” – Marcel Broodthaers, 1966
GAFPA wint de architectuurwedstrijd voor de verbouwing van het studentenrestaurant van UGent. Het gebouw maakt deel uit van de Campus Dierengeneeskunde in Merelbeke. Het project omvat het vrijmaken van eerdere ad hoc aanpassingen aan het originele ontwerp van bOb Van Reeth, en voegt een nieuwe interne perimeter toe die de centrale focus van de ruimte opnieuw beleefbaar maakt.
In deze reeks lunchlezingen opent GAFPA met een selectie uit recent eigen werk. Deze lezingenreeks is een initiatief van Fragile, KUL Faculteit Architectuur, campus Sint-Lucas Brussel.
Het oude gelijkvloerse magazijn van een rijwoning in Ledeberg wordt vervangen door een nieuw houten dak. Een zo groot mogelijke rechthoek, ingesneden door het hoofdgebouw, wordt ingepast. Waar het vlak loskomt van de geaccidenteerde perceelsgrens ontstaan patio’s.
Twee houten moerbalken in een T-figuur dragen het dak, op hun snijpunt gesteund door een nieuwe betonnen kolom. De roostering volgt de richting die door de hoofdbalken gedicteerd wordt. Lichte wanden uit cellenbeton maken kamers en isoleren de gemene muur.
Tijdens het Festival van de architectuur (F/a) zullen 2 projecten van GAFPA te bezoeken zijn op zondag 22 september.
‘G1015 Zwin Natuur Park’ en ‘G1508 Reconversie magazijn – woning’ zullen hun deuren openen voor het publiek van 10u tot 18u.
www.festivalvandearchitectuur.be
In de tuin van een villa wordt een kamer gebouwd. Een abstract en langgerekt volume, verzonken in het gras en verscholen tussen de bomen, omarmt samen met de vijver de tuin. Haar kopse gevel versmalt sprongsgewijs, tot er enkel nog een deur overblijft om het gebouwtje aan te kondigen. Het is een uitgesteld en kleinschalig toekomen: door de deur, de trap af, langs de gang, en dan de kamer.
Gefilterd door een schuivende sluier van strekmetaal opent ze zich over haar hele breedte naar de tuin. Een lang werkblad op maaiveldhoogte en een kachel maken van de ruimte een kamer.
De nieuwe lezingenreeks ACROSS geeft het woord aan architecten uit diverse hoeken van het land die het afgelopen decennium hun eigen praktijk hebben opgericht. Tijdens deze uitwisseling, die beurtelings zal plaatshebben in Antwerpen en in Luik, komen ze spreken over hun ervaring en over de specifieke fysische en sociale context waarbinnen zij architectuur bedrijven.
Deze lezingenreeks is een initiatief van A+ Architecture in Belgium, in samenwerking met het Vlaams Architectuurinstituut, de architectuurfaculteit van de Universiteit van Luik.
www.a-plus.be
In de lezingenreeks ERREUR(S) wordt GAFPA uitgenodigd om hun visie op deze thematiek te geven. Aansluitend volgt een open discussie.
Deze lezingenreeks is een initiatief van Les Ateliers Nocturnes, Faculté d’Architecture La Cambre Horta.
Voor de groepstentoonstelling ‘The production of Space’ realiseerde GAFPA een installatie in samenwerking met fotograaf Max Kesteloot.
Model ‘Hangar I/II’ van GAFPA maakt abstractie van zijn omgeving, een landschap met andere bouwsels waarvoor het werd ontworpen. Het wordt geïsoleerd als ‘finaal object’ dat wordt gepresenteerd op twee sokkels die integraal deel uitmaken van het werk. De onderlinge positionering van deze twee elementen creëert een suggestie van context in hun spanningsveld. Het concept van het archetype wordt open gebroken door het tweeledige karakter van het werk.
‘Untitled – Part I’ van Max Kesteloot is een fotografische studie van de site waarvoor het architectuurproject van GAFPA werd ontworpen. De serie van vier beelden roept in confrontatie met model ‘Hangar I/II’ een insinuerend-verhalende beeldtaal op, zonder inhoudelijke finaliteit of afgeronde scenario’s.
(Fotografie: Max Kesteloot)
Een rijwoning in Wondelgem krijgt een nieuwe achterbouw. Het vierkante grondplan wordt gedraaid volgens de knik in het perceel. Tussen de uitbreiding en de hoofdbouw ontstaat een spievormige opening, die daglicht tot diep in de bestaande woning brengt.
Het nieuwe dak is ontworpen als een houten schaalstructuur van vier elkaar ondersteunende vlakken. Centraal in de ruimte wordt het dak afgeknot, waardoor een royaal daklicht ontstaat. Samen met de houten ringbalk vormen de dakschilden een vormvaste structuur, gedragen door de twee zijwanden en een fijne stalen kolom.
Een voormalige melkfabriek in Vorst biedt onderdak aan Anne Teresa De Keersmaeker’s dansgezelschap Rosas, en haar dansschool P.A.R.T.S. Een deel van de infrastructuur wordt gebruikt door Ictus, een ensemble voor hedendaagse muziek.
De architectuuropdracht omvat zowel het hoofdgebouw en de dansstudio’s als de vrijstaande conciërgewoning. Inpikkend op de bestaande staalstructuur wordt het dak van de dansstudio’s herontworpen, op zoek naar een logische constructie met een lichtheid en materialiteit die aansluit bij de noden van een dansgezelschap als Rosas. Het hoofdgebouw en de conciërgewoning worden vrijgemaakt van eerdere ad hoc aanpassingen, en versterkt in hun identiteit.
GAFPA werd geselecteerd voor de verbouwing van de dansstudio’s van Rosas in Vorst (Brussel). Rosas is het dansersensemble en de productie– en spreidingsstructuur rond choreografe / danseres Anne Teresa De Keersmaeker.
In het literair tijdschrift DW B 2014 5 worden vijftig fictieve gebouwen uit de wereldliteratuur onthuld. Vijftig schrijvers hebben één plek uit een roman, een verhaal of een gedicht beschreven in een korte tekst. Vervolgens hebben vijftig architecten een tekening gemaakt van deze ruimte – een verbeelding van een plaats die niet echt bestaat, maar die toch bezocht en betreden kan worden. Vijftig teksten, vijftig tekeningen: lezen, kijken en in gedachten rondwandelen door vijftig fictieve gebouwen.
Op uitnodiging van Christophe Van Gerrewey verbeelde GAFPA ‘Villa Avondster’, beschreven door Benjamin Eggermont, uit de roman ‘De bediende’ van Robert Walser.
www.dwb.be
Twee historische panden aan het stationsplein in Gent huisvesten samen het Gents Ecologisch Centrum. De gelijkvloerse verdieping wordt volledig opengetrokken en krijgt één gedeelde toegang. De massieve uitbouw op de verdieping wordt opgevangen door vijf ranke staalkolommen. Enkel de bestaande traphal deelt de dubbelbrede ruimte informeel op tot restaurant en winkel.
Achter de uitbouw wordt een nieuw keukenvolume ingepast. Een lichte houtstructuur onder een hellend zadeldak wordt over de volledige breedte van het dubbele perceel gespannen. Doorheen de transparante vliesgevels van de keuken loopt de binnenruimte visueel door tot in het spievormige terras. De open hoeken tussen de hoofdbouw en de nieuwe achterbouw brengen daglicht binnen in het diepste punt van het gebouw.
Wat wordt behouden en wat wordt veranderd in dit monumentale complex heeft veel te maken met de inspirerende kracht, de ziel van dit bijzondere historische en industriële complex. Zoeken naar de potentie van de plek en het gebouw, waarbij het vroegere gebruik als treinfabriek en het toekomstige gebruik als kantoorgebouw niet los van elkaar kunnen worden gezien.
Het ontwerp staat in het teken van een lange termijn visie voor de hallen. De Van Gendthallen, een platform voor makers, vormt de basis om te komen tot een nieuw aantrekkelijk, leefbaar en duurzaam gerestaureerd complex, grenzend aan het centrum van Amsterdam.
GAFPA maakt deel uit van het ontwerpteam dat werd geselecteerd voor het opzetten van de herbestemming van het historische gelaagde gebouwencomplex ‘Van Gendthallen’ in Amsterdam.
De bestaande aanbouw wordt afgebroken en vervangen door een open ruimte onder een nieuw zadeldak. De nokbalk, ontworpen als een lichte vierendeelligger, schikt zich naar de onderverdeling van het hoofdgebouw en zet een pas opzij. Ze suggereert ruimtelijk twee zones: een smallere functionele strook, en een bredere volledig vrije. Een hap uit het dak laat plaats voor een bestaand raam in de achtergevel en werpt licht tot in het diepste punt van de aanbouw.
Aan de tuinzijde schiet het dak door in een luifel, die het terras en de zuidwestelijk georiënteerde gevel beschut. Het vouwschrijnwerk in de achtergevel kan volledig worden opengezet en de vaste raamprofielen verschuilen zich onzichtbaar achter de structuur, waardoor de ruimte zich ononderbroken kan doorzetten in de tuin.
Op uitnodiging van curatoren Chris Meplon en Moniek Bucquoye realiseerde GAFPA de scenografie voor de tentoonstelling ‘Gelinkt: de collectie netwerkt’ in het Design Museum Gent. Op de gelijkvloerse verdieping worden internationale designstukken samengebracht rond enkele geselecteerde topstukken uit de collectie van het museum.
Langs de rand van de centrale glazen vloer wordt een lichte open kast opgebouwd uit wit karton. Door de verstelbare glazen vloer twee treden te laten zakken bieden de ruimtes binnen en buiten de kastenwand verschillende verhoudingen tot de collectiestukken. Vanaf de buitenzijde kan je over de kast heen kijken en de tentoonstellingsruimte in haar geheel ervaren, aan de binnenzijde krijg je een interieurervaring op schaal van een kamer. Zo genereert de ingreep verschillende fragmentarische perspectieven op de tentoongestelde designstukken.
Het Vlaams Architectuurinstituut nodigde vijf jonge ontwerpteams uit om nieuwe beelden te vormen voor ons dynamisch kustlandschap aan de hand van projecties, tekeningen, kaarten en maquettes. De scenografie van deze tentoonstelling is ontworpen en uitgewerkt door GAFPA.
Een ranke, verdiepingshoge structuur wordt geïntroduceerd. Deze pikt aan op de bestaande betonnen draagstructuur van het gebouw en deelt de open tentoonstellingsruimte op. Waar een raampartij zicht geeft naar buiten wordt de structuur bespannen met een blauw fijnmazig net; een filter voor de achtergelegen ruimtes, die een visuele en ruimtelijke rust schept. Er ontstaan plekken met elk een specifiek ruimtelijk karakter. De frictie tussen de tijdelijke structuur en het zware betonnen bestaande gebouw fragmenteert en kadreert, en exposeert zo tegelijk het gebouw zelf.
De 12de editie van het Architectuurboek Vlaanderen bundelt de meest spraakmakende voorbeelden van recente architectuur in Vlaanderen. Samen vertellen ze een verhaal over de rol van de architectuur in een complexe Europese context.
Recente ontwikkelingen in de architectuur komen aan bod in dertien essays, waar G1106, G1203 en G1304 deel van uitmaken.
www.vai.be
Twee vervallen rijwoningen aan een druk kruispunt ruimen plaats voor een nieuwbouw. Een gebouwhoge claustra schermt de woning af van het kruispunt en het nabije treinverkeer, en corrigeert de afschuining in de perceelsvorm.
Achter de claustra staat de woning als een lichte en compacte stapeling van perceelsbrede kamers. Geïnitieerd door de royale plafondhoogte van de leefruimte verspringen de kamers telkens een halve verdieping, en schikken zich trapsgewijs langs een centrale vide. Een fijne structuur van glad gepolierde betonplaten overspant met een minimale dikte de volledige breedte van de woning. Brede bandramen en volledig beglaasd binnenschrijnwerk geven het ondiepe gebouw een lichtheid en transparantie.
In het kader van project G1015 Zwin Natuurcentrum wordt ook de toeristische infrastructuur aan Nederlandse zijde van het natuurgebied vernieuwd. Het oude strandpaviljoen wordt gesloopt, behoudens de funderingsplaat. Een gesloten bouwvolume maakt plaats voor een lichte stalen luifelconstructie waaronder een smal volume als windscherm staat. Aan zijn achterzijde ontsluit deze houten wand een reeks sanitaire ruimtes.
Het nieuwe strandpaviljoen werkt als info- en verzamelpunt voor bezoekers van het Zwin natuurgebied.
De oorspronkelijke ambitie om de volledige toeristische infrastructuur te renoveren bleek niet haalbaar binnen het vooropgestelde budget. In plaats daarvan wordt gekozen voor een beperkte ingreep waarbij de bestaande betonplaat behouden blijft en dient als fundering voor een lichte luifelconstructie in staal.
Binnen hetzelfde volume en met een minimale inzet van middelen wordt een infopunt ingericht dat de nadruk legt op buitenbeleving. Zo transformeert het project van een energie-intensief museum naar een eigentijds strandpaviljoen dat fungeert als informatie- en ontmoetingspunt voor bezoekers van het Zwin Natuurgebied.
Het historisch pand, op de flank van de Muur van Geraardsbergen, heeft nood aan ademruimte. De grondplannen van de verdiepingen zijn identiek – telkens drie gelijkvormige kamers, geschakeld rond een centrale gang.
De gelijkvloerse verdieping wordt volledig vrijgemaakt. De trap wordt verplaatst naar de spievormige zijstrook, zwelt op om ze volledig te vullen. Daar waar muren stonden staat nu een ranke stalen kolomstructuur, die de rest van de woning ondervangt. De verdeelbalken hernemen het oude grondplan, brengen de maat van de kamers in herinnering.
Op uitnodiging van Architectenhuiskamer toont GAFPA project G1212 op de groepstentoonstelling ‘Verloren Ontwerpen’, een tentoonstelling met maquettes van niet gerealiseerde ontwerpen.
Het ontwerp is een grondige verbouwing van een landhuis in Brakel. Achter een representatieve voorgevel schuilde een verder grotendeels gesloten woning. Het ontwerp recupereert deze schil, maar slaat waar nodig nieuwe openingen, of verbindt bestaande gaten.
Een vierkante uitsnede van het gelijkvloers grondplan wordt bijna volledig vrijgemaakt. De binnenmuren worden gesloopt en vervangen door kloeke houten balken. Een volledig open zijgevel trekt zich een stuk terug van de oude, en gebruikt de bestaande muur met haar enorme nieuwe opening als scherm en kader, om licht binnen de halen en nieuwe zichten op het landschap te werpen.
De inkomhal van het landhuis valt net buiten de nieuwe doos. Ze hoeft niet geïsoleerd te worden, en kan dus haar ornamentering en representatieve karakter van weleer behouden.
De woning is ontworpen als een getrapt volume, met de bedoeling de oriëntatie van het terrein optimaal te benutten. Door zijn specifieke vorm toont het volume zich vanuit elk gezichtspunt anders.
Door zich trapsgewijs terug te trekken van de zijlijn van het perceel kan de zijstrook, die gewoonlijk als een drie meter brede restruimte blijft liggen, aanzwellen tot een bruikbare ruimte. De vertanding laat bovendien toe dat de slaapkamers op de verdieping langs elkaar heen over de tuin uitkijken, waardoor ze zich kunnen afwenden van de buur en toch voldoende licht en zicht krijgen.
Het gelijkvloers rijgt drie identieke kamers aan elkaar, de ene telkens verschoven tegenover de andere. Deze verschuiving geeft een diagonaal doorzicht van de straat- tot de tuinkant, en laat langs de vlakke, grotendeels gesloten zijgevel plaats voor de donkere functies.
Op uitnodiging van curator Michael Meredith toont GAFPA een model van G1204 op de groepstentoonstelling ’44 Low-resolution Houses’ in North Gallery, Princeton University School of Architecture.
De tentoonstelling loopt van 11 september tot 9 november. (Gif: MOS/studio Lin)
soa.princeton.edu
Een voormalige steenkapperij wordt ontsloten door een poortgebouw langs de Leo Tertzweillaan in Gentbrugge. De site wordt herbestemd als een binnengebied met een cluster van nieuwe woonentiteiten en kleine ateliers. De bouwheer is eigenaar van een deel van de site waar een betonnen overkapping grenst aan een hogere staalstructuur-loods.
Het ontwerp laat deze structuren intact en voegt een derde, lichte houten structuur toe. Een compact kamerbreed woonvolume van twee verdiepingen wordt onder het dak van de hogere loods tegen de zijwanden aan geschoven. Van de betonnen overkapping worden dak- en vloerplaat uitgeslepen zodat een ommuurde tuin ontstaat. De bestaande betonstructuur wordt in de tuin behouden en wordt gekopieerd in de houten draagstructuur van de woning.
De transformatie van een voormalige steenkapperij in Gent tot een eengezinswoning vertrekt vanuit een doordachte, strategische aanpak die inzet op typologische continuïteit. Een zorgvuldige lezing van de bestaande structuur toont hoe eerder een typische stalen loods op de site werd ingepast door delen van de bestaande betonstructuur weg te snijden, waarbij het nieuwe ritme zorgvuldig werd afgestemd op dat van de oorspronkelijke betonstructuur.
Het nieuwe ontwerp bouwt verder op deze ingreep door een houtskelet te introduceren dat zich naadloos voegt in hetzelfde travée-ritme van zowel de beton- als staalconstructie. Dit skelet vertaalt de structurele logica van het betonskelet naar hout, en weerspiegelt zo de oorspronkelijke krachtwerking in een nieuw materiaal.
Het project getuigt van een uitgesproken zuinigheid in het gebruik van middelen. De gepolijste fundering is onderaan geïsoleerd en doet dienst als afgewerkte vloer op het gelijkvloers. Door het geoptimaliseerde houtskelet kunnen vloeren en plafonds opgebouwd worden uit 4 cm dikke houten planken, die zonder kraan ter plaatse worden geplaatst.
Alle verbindingen zijn ontworpen met het oog op eenvoudige demontage: houten verbindingen worden versterkt met verborgen stalen vinnen en metalen pennen. Niet-dragende toevoegingen zijn bewust als zodanig vormgegeven en duidelijk onderscheiden, met het oog op toekomstige aanpassingen.
Een halfopen woning wordt volledig gerenoveerd en uitgebreid met een keukenvolume. Er wordt een lang en smal transparant volume aangebouwd, dat zich inschuift in de langwerpige tuin. Zo wordt in één beweging een optimale lichtinval in de eetruimte gecreëerd en krijgt het kookgedeelte een bijzondere beleving. Het hoogteverschil met het zijpad zorgt voor de nodige privacy. Het nieuwe ontwerp wordt opgenomen in de volumetrie van de gesloten zijgevel.
De structuur bestaat uit een houten dakstructuur, gedragen door fijne ronde staalprofielen. Het volume wordt omsloten met een lichte houten beglaasde gordijngevel.
Met beperkte ruimte en middelen wordt een woning in Gent van een aanbouw voorzien. In de materiaalkeuze wordt geen onderscheid gemaakt tussen binnen- en buitenruimte: de betonstenen wanden en de bevloering lopen door vanuit de keuken tot in het koertje. Licht vouwschrijnwerk laat toe de twee ruimtes van elkaar te scheiden, of in de zomer volledig in elkaar te laten overlopen. Twee identieke metalen deuren geven toegang tot een kleine buitenberging en de achterliggende straat.
In de nieuwbouw van een houtbouwproductiehal staat circulair bouwen centraal. Alle toegepaste technieken zijn demontabel en ontworpen met het oog op hergebruik. De lichte gevelbekleding in geprofileerde platen en de staalstructuur volgen gangbare circulaire principes.
De grootste uitdaging lag bij de laad- en loszones, waar omwille van de bestendigheid beton nodig was. Om aan deze behoefte te voldoen zonder afbreuk te doen aan de circulaire ambitie, werden industriële stapelblokken hergebruikt – massieve betonelementen die, net als oversized LEGO-stenen, zonder mortel in elkaar passen. Deze aanpak voorkomt afval, maakt toekomstige demontage mogelijk en geeft het gebouw een gedurfd, robuust karakter. Op deze manier wordt hergebruik niet alleen een technische oplossing, maar ook een bepalende esthetische kwaliteit van het project
Het ontwerp maakt de verbinding tussen twee zolderruimtes, over het tussenliggende dak heen. Een wand van de zolderstudio wordt volledig opengemaakt. Een vierdelig opengaand raam kijkt uit over een dakterras en een groendak. Een drietredig draaitrapje loopt op naar een spiegelende metalen dakkapel, en de deur naar de zolder van het voorhuis.
Het terrein ligt aan het einde van een lint-bebouwing en geeft zicht op landbouwgebied. Het perceel loopt af naar de Moervaart en is begroeid met gele forsythia, typerend voor de zandgrond van het gebied.
De houtconstructie rust als een moderne paalwoning op een lichte fundering van prefab betonnen T-elementen. Het plan is opgevat als een ongelijkbenige U-vorm die zich opent naar het landschap. Aan elk uiteinde bevindt zich een leefruimte, beide met een eigen overdekte buitenruimte. Een langgerekte kastwand scheidt de slaapvertrekken van de binnengang.
De gevel is opgevat als aluminium frame, ingevuld met houten panelen of glas, dat het hele gebouw omwikkelt. De combinatie van houtskeletbouw, ingeblazen met papiervlokken, en driedubbel glas resulteert in een lage energiewoning. Een boom werd aangeplant om het zonlicht te filteren. Luiken uit strekmetaal garanderen privacy naar buur en straat.
Speciale vermelding – Belgian Building Awards 2015
In dit project is gekozen voor een fundering van gerecupereerde prefab T-elementen, die oorspronkelijk dienst deden als keerwanden. Hiermee wordt de klassieke, ter plaatse gestorte betonplaat vervangen door een demontabele en herbruikbare oplossing. Door de elementen deels boven het maaiveld te plaatsen, ontstaat een soort paalwoning die de houten bovenbouw beschermt tegen water en vocht. De T-elementen zijn eenvoudig uit te graven en kunnen opnieuw worden gebruikt.
De bovenbouw, geplaatst op de betonnen T-elementen, is opgebouwd uit CLT-panelen in combinatie met een houten raamwerk. De wanden zijn geïsoleerd met ingeblazen papiervlokken, wat zorgt voor een efficiënte en duurzame thermische schil. Een groendak verhoogt de thermische inertie en versterkt de ecologische prestaties van de woning.
Het volledige ontwerp is afgestemd op de maat van een standaard houten gevelpaneel. De gevel is opgebouwd uit houten en glazen panelen die op hun plaats worden gehouden met zichtbare metalen U-profielen die geschroefd zijn. Deze keuze maakt het mogelijk om de gevel eenvoudig te demonteren of aan te passen, en versterkt tegelijkertijd de tectonische expressie van het gebouw—waarbij de constructieve logica ook visueel aanwezig is.
Het huis staat parallel aan de straat en in een hoek ten opzichte van het perceel. In de oksel tussen de woning en de gemene muur wordt een houtconstructie opgetrokken, langwerpig zoals de lengte van het perceel. Het eenvoudig rechthoekig volume is opgebouwd uit een geritmeerde reeks van grenenhouten spanten, aan de langszijde integraal beglaasd en aan de kop voorzien van een dubbel opendraaiend raam. Zo wordt het tuinzicht gekadreerd, terwijl de vier meter hoge glasvliesgevel ruim daglicht binnenlaat.
Als zonnewering wordt een gevelplank verticaal, als een vin, aan de structuur bevestigd. Door tegen de zijkant aan te bouwen behoudt de originele woning haar eigenheid en daglichttoetreding, en ontstaat er toch een nieuwe samenhang. De oude voordeur verhuist naar de zijkant van de woning zodat de bestaande indeling kan worden geoptimaliseerd.
Het gelijkvloers van een woning uit de jaren vijftig wordt gereorganiseerd. Het bestaande grondplan blijft behouden. Er wordt een nieuw volume toegevoegd, tegen de achterzijde van de woning aan geschoven, waardoor tussen de uitbreiding en de leefruimte in een patio ontstaat. De uitbreiding is opgevat als een vrijstaande dakconstructie die rust op vier slanke stalen kolommen. De houtconstructie bestaat uit vier in elkaar grijpende hoofdbalken die centraal een daklicht vormen. Waar de uitbreiding aan de buitenruimte raakt wordt ze begrensd door vouwschrijnwerk. De tuinmuur loopt binnenin door zodat enkel het gevoel van een open luifel overblijft in de zomer. Uitzettingsprofielen in de gepolijste vloer tonen de krachtwerking tussen de kolommen.
Het vogel- en natuurreservaat ‘Het Zwin’ is een beschermd natuurgebied op de grens tussen Vlaanderen en Nederland. De opdracht vraagt om de herinrichting van het bestaande natuurpark en de oprichting van een nieuw natuurcentrum.
Het ontwerp stelt een doorbreking van het dichtgeslibde bos voor, om plaats te maken voor een waardevol slikken en schorren gebied en aan te sluiten op de heraangelegde Kleyne vlakte. De bestaande parking maakt plaats voor een nieuw ensemble van vier langwerpige volumes, opgevat als houten portiekstructuren van wisselende hoogte. Hierin bevinden zich een onthaalhal met cafetaria, de zwintentoonstelling, en personeels- en seminarieruimtes.
In het park wordt een zo min mogelijke aanwezigheid beoogd van culturele tekens. In het dijklichaam wordt een Kijkcentrum voorzien dat zicht geeft op een centrale broedplaats voor vogels.
BREEAM Certificate – Excellent
Deze week werd het nieuwe Zwin Natuur Park feestelijk geopend. GAFPA bedankt het volledige ontwerpteam voor de geslaagde samenwerking.
Vanaf 10 juni is het Zwin opnieuw toegankelijk voor het grote publiek.
www.zwin.be
Het nieuwe Zwin Natuur Park maakt deel uit van de 356 genomineerde projecten voor de EU Mies Award 2017. De prijs wordt uitgereikt in april 2017 door de Europese Commissie en de Fundacio Mies van der Rohe.
www.miesarch.com
Tijdens het Festival van de architectuur (F/a) zullen 2 projecten van GAFPA te bezoeken zijn op zondag 22 september.
‘G1015 Zwin Natuur Park’ en ‘G1508 Reconversie magazijn – woning’ zullen hun deuren openen voor het publiek van 10u tot 18u.
www.festivalvandearchitectuur.be
De 13de editie van het Architectuurboek Vlaanderen bundelt de meest spraakmakende voorbeelden van recente architectuur in Vlaanderen. Net als de mosterdfabriek op de cover, roepen de geselecteerde projecten vragen op over de betekenis van vorm in de architectuur. Deze publicatie van het Vlaams Architectuurinstituut presenteert een rijke selectie recent gerealiseerde projecten in woord en beeld.
G1015 Zwin Natuurcentrum wordt gepresenteerd als architectuurproject en is ook het onderwerp van een beeldessay.
www.vai.be
GAFPA werd gevraagd om de scenografie voor de eindejaarstentoonstelling van de architectuuropleiding aan Sint-Lucas Gent te ontwerpen. Het ontwerp wil een opsplitsing maken tussen tweedimensionale en driedimensionale media. Maquettes werden in stroken van een zekere breedte op de grond geplaatst, tekeningen werden op panelen van diezelfde breedte onderaan de mezzanine opgehangen. De combinatie van de overzichtelijke tweeledige structuur van de scenografie en de veelheid van het tentoongestelde werk moest aanleiding geven tot een zoektocht naar verbanden.
Eerder dan nodeloos uit te breiden, wordt in het ontwerp de ruimte die reeds voorhanden was zo goed mogelijk benut. Het grondplan wordt opengebroken en drie éénpotige tafels worden geïntroduceerd: twee binnen, en één buiten. De buitentafel, haar blad een licht stalen kader ingevuld met een steeldeckplaat, wordt rechtop gehouden door een slank staalprofiel, en overdekt een nieuw aangelegd terras.
Op uitnodiging van curatoren Philipp Stemath en Julian Brùes deed GAFPA een bijdrage aan de groepstentoonstelling ‘Models’ in Forum Stadtpark Graz.
De tentoonstelling loopt van 23 september tot 2 oktober.
(Fotografie: Simon Oberhofer)
www.diskursiv.xyz
In een lang, taps toelopend perceel brengt een strak geritmeerde aanbouw structuur aan. Een sequens van drie kamers van gelijke lengte, de derde opengelaten als tuin, vult het terrein op. De restruimtes aan de uiteinden vormen een kleine hal en een tuinberging.
De scheidingslijn tussen de kamers wordt gearticuleerd door een ontdubbeld stalen U-profiel, rustend op dwarse penanten die variëren in breedte om de afschuining van het perceel op te vangen. De houten dakstructuur loopt parallel met de wanden over deze profielen heen, en benadrukt zo de lengte van het terrein en de aanbouw.
Het straatniveau ligt een stuk lager dan de omliggende weilanden, waardoor elk mogelijk vergezicht geblokkeerd wordt. Om het uitgestrekte landschap opnieuw op de straat te betrekken werd de woning opgetild tot bovenop het bestaande talud. Onder het gebouw door wordt een toegangsweg uitgehold, die zijdelings de woning ontsluit en via een trap uitmondt in het achterliggende landschap. Zo wordt opnieuw een diepte aan het straatbeeld gegeven.
Het grondplan wordt georganiseerd door een kruisvormige betonstructuur, die aantakt op een centrale ruitvormige schouw. Op het gelijkvloers blijft de structuur open en lopen de vier kwadranten in elkaar over, op de verdieping worden ze ingevuld tot vier gelijke kamers.
Het Sint Lievenscollege in Gent is gegroeid uit een voormalige kloostersite rond de Sint-Pietersbuitenkerk. Het bestaande scholencomplex biedt onderdak aan een lagere school en een kleuterschool.
Het masterplan heeft een dubbele ambitie: enerzijds de administratieve diensten centraliseren in één herkenbaar transparant bouwvolume, anderzijds openheid creëren door het aanleggen van een groene as die de verschillende speelplaatsen verbindt.
Het planprincipe voorziet een afzonderlijke circulatiekoker per twee klassen, waardoor de klasruimtes langs beide zijden aan de buitengevel grenzen en de traditionele gang vermeden wordt. Zo ontstaat een heldere circulatie en een oplossing voor de geconcentreerde leerlingenstroom bij het belsignaal.
Het masterplan zorgt ondanks de uitbreiding voor zuurstof en overzicht in de dynamische context van een school in groei.
Op uitnodiging van Architecture Workroom Brussels neemt GAFPA deel aan het debat Future Places Forum, Conversation #3 ‘A New Architectural Language’.
www.degroteverbouwing.eu